Toetsing

Toetsing van bewijsbedingen

De jurisprudentie omtrent bewijsbedingen is schaars. Het Hof 's-Hertogenbosch was op 15 november 2001 (Hof 's-Hertogenbosch, 15 november 2001, NJ 2002, 488) van oordeel dat het bewijsbeding opgenomen in artikel II.16 van de NVM-voorwaarden niet onder het toepassingsbereik valt van art. 6:236 onder k.

Het hof toetste het onderhavige beding vervolgens aan art. 6:233 onder a (open norm-toets) en was van oordeel dat het niet onredelijk bezwarend was. Uit de motivering van het hof volgt dat het om een beding gaat dat slechts betrekking heeft op een beperkte periode van drie maanden. Het hof achtte, bij de toetsing van het bewijsbeding, voorts van belang dat het beding aan de consument een bewijslast oplegt ter zake van gebeurtenissen en omstandigheden waarbij de consument het nauwst betrokken is, zodat hij makkelijker dan de makelaar toegang heeft tot eventuele voorhanden zijnde bewijsmiddelen.

Uit deze uitspraak van het hof wordt duidelijk dat een en ander ook voor de consument kan gelden. In gevallen waarbij de gebruiker van algemene voorwaarden makkelijker toegang heeft tot eventueel voorhanden zijnde bewijsmiddelen, is het goed denkbaar dat een beding dat de bewijslastverdeling omdraait, bij toetsing aan art. 6:233 onder a als onredelijk bezwarend wordt gekwalificeerd.