Wettelijke rente

Wettelijke rente automatisch verschuldigd


Wanneer in de algemene voorwaarden geen regeling inzake een rentepercentage bij de te late betaling is opgenomen en het een zogenoemde handelsovereenkomst betreft worden de gevolgen van te late betaling beheerst door het bepaalde in artikel 6:119a BW. Artikel 6:119a BW is het resultaat van de vervallen op Nederland rustende implementatieverplichting uit Richtlijn 2000/35/EG betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties. Deze richtlijn is vervangen door 2011/7/EU.


Ondanks de invoering van richtlijn 2000/35/EG betreffende de bestrijding van betalingsachterstanden bij handelstransacties in 2002, kwam de Europese Commissie in 2008 tot het oordeel dat betalingsachterstanden in Europa er nog steeds waren. De Europese Commissie kwam in 2009 met een voorstel tot het verscherpen van van Richtlijn 2000/35/EG. Dit voorstel diende als basis voor de nieuwe richtlijn ( 2011/7/EU). Op 16 maart 2013 is de nieuwe richtlijn in werking getreden.  De Europese wetgever is uitgegaan van minimumharmonisatie. Het is de lidstaten daarom toegestaan strengere maatregelen te treffen, zoals een hogere handelsrente.


Belangrijkste veranderingen behelzen:


De nieuwe richtlijn stelt de handelsrente gelijk aan de meest recente referentie-interestvoet voor basisherfinancieringtransacties van de Europese Centrale Bank, maar wel vermeerderd met ten minste 8 procentpunten. Dit is verandering van 1 procentpunt ten opzichte van de oude richtlijn ( 7 procent). ( zie art. 6:120 lid 2 BW jo. 6:119a BW).

Door de nieuwe richtlijn mag een crediteur vanaf de eerste dag na verstrijking van de betalingstermijn, interest berekenen over het verschuldigde bedrag. Dit betekent dat de debiteur niet meer langer in verzuim hoeft te zijn. Dit betekent dat hij niet meer hoeft te worden herinnerd aan zijn betalingsverplichting, dus er hoeft ook geen aanmaning meer te worden verstuurd.

Via de richtlijn worden er vier verschillende momenten gebruikt waarop de betalingstermijn van start gaat. De dag van ontvangst van de factuur. dan wel de dag van ontvangst van de goederen is hierbij bepalend. In beginsel geldt er in alle gevallen een betalingstermijn van 30 kalenderdagen. Het is volgens de richtlijn toegestaan om een langere betalingstermijn af te spreken, maar dan dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat deze niet meer dan 60 kalenderdagen bedraagt. Hier is echter een uitzondering op, is er in de overeenkomst uitdrukkelijk wat anders  overeen gekomen en is daarbij geen sprake van kennelijke onbillijkheid jegens de crediteur dan is een nog langere termijn toegestaan.


Voor Handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties gelden in principe dezelfde eisen en regels zoals hierboven is beschreven. Echter, is het wel zo dat de lidstaten de mogelijkheid wordt geboden om de termijn van 30 kalenderdagen op te schroeven naar 60 kalenderdagen.



Als de betalingstermijn is verstreken en er kan interest worden berekend, dan mag de crediteur een standaardvergoeding van invorderingskosten vorderen van zijn debiteur ter hoogte van 40 euro. Als de invorderingskosten hoger dan dit bedrag zijn, dan komen zij volgens de Richtlijn Betalingsachterstanden voor vergoeding in aanmerking indien het redelijke kosten zijn.



Er moeten bepalingen komen die bedingen die betaling van interest voor betalingsachterstanden uitsluiten omdat zij als kennelijk onbillijk kunnen worden beschouwd. De lidstaten moeten dus mogelijk maken dat crediteuren tegen oneerlijke bedingen en praktijken in opstand kunnen komen. Op het moment zijn deze bepalingen nog niet in de Nederlandse wet opgenomen, maar in de nabije toekomst zal dit leiden tot uitbreiding van de grijze/ en of zwarte lijst (art. 6:236 jo. 6:237 BW).


Indien geen datum of termijn voor betaling is overeengekomen, is de schuldenaar vanaf een in het tweede lid van artikel 6:119a BW genoemd tijdstip van rechtswege wettelijke rente jegens de schuldeiser verschuldigd. Overeenkomstig de richtlijn wordt voor handelsovereenkomsten bepaald dat de wettelijke rente automatisch, zonder aanmaning, verschuldigd wordt. Deze regeling leidt voor handelsovereenkomsten tot een afwijking van het bestaande stelsel op grond waarvan wettelijke rente eerst verschuldigd is indien de schuldenaar in verzuim is. De regeling is niet van toepassing op consumentenovereenkomsten. Onder een handelsovereenkomst wordt verstaan: "de overeenkomst om baat die een of meer van de partijen verplicht iets te geven of te doen en die tot stand is gekomen tussen een of meer natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van een beroep of een bedrijf of rechtspersonen" (artikel 6:119a lid 1, laatste volzin, BW).


De wettelijke rente in handelstransacties is gelijk aan de herfinancieringsrente die door de ECB is vastgesteld voor haar meest recente basisherfinancieringstransacties vermeerderd met acht procentpunten (art. 6:120 lid 2 BW) en wordt halfjaarlijks vastgesteld.

Copyright © 2014, Berkeley Bridge